Arno Goossens (1960) laat zich als beeldhouwer en bioloog vooral inspireren door het leven. Hij werkt naar realistische beelden, waarin dansende vrouwen en krachtige stieren vaak het thema vormen. Een flamencodans of een modern ballet. Een schotse hooglander op de hei of een Spaanse stier in de Camargue. Deze herinneringen aan een ontmoeting probeert hij in zijn beelden vast te leggen. Het is niet zijn bedoeling om de uiterlijke vorm na te bootsen maar om de lichaamstaal te vertellen. Ondanks de realistische wijze van werken maakt Arno zijn beelden vaak anoniem door hoofd en andere lichaamsdelen weg te laten. Daardoor krijgen de houding en beweging van het beeld meer de nadruk.
Arno Goossens is een autodidact. Door het samenwerken met verschillende bronsgieters heeft hij het maken van bronzen beelden geleerd. De beelden worden gegoten door bronsgieterij Cubal in Grathem volgens de verloren was methode. Het maken van de mallen, het gieten van het wasafgietsel en het afwerken van het gegoten beeld, maakt voor hem deel uit van het creatieve proces. Dit vloeit misschien nog voort uit zijn ambachtelijke manier van werken. De persoonlijke toets op de huid van het beeld blijft zo behouden. Hij gebruikt een ambachtelijke bewerking, om zijn herinneringen in deze eerlijke en robuuste materialen tot leven te brengen.