Barbara de Clercq (Amsterdam, 1948) legt zich als beeldhouwer vooral toe op de verbeelding van het dier. Als oudste dochter van een beeldhouwersgezin was ze van jongs af aan vertrouwd met materialen als klei, steen en gips. Vaak zat ze in Artis om naar de dieren te kijken en ze te tekenen. Na een studie Spaans kiest ze toch voor de beeldhouwkunst. Ze volgt enige tijd lessen aan de Vrije Akademie in Den Haag. In het werk van Barbara de Clercq staat het dier centraal. Zowel het dier op zich, als het dier als onderdeel van een groep. Door de herhaling van nekken, poten en lijven krijgen de groepen van eenden of struisen een bepaalde dynamiek. Een sequentie van bewegingen, die leidt tot een abstracte ritmiek en stilering.
Haar onderwerpen zijn geïnspireerd door de dieren die zij in haar omgeving, of tijdens reizen ziet. Hoe verschillend de dieren ook zijn, haar werk heeft een aantal karakteristieken en een heel herkenbaar handschrift. Haar dieren zijn raak getroffen in vorm en houding, alsof ze verrast zijn in hun gang en bezigheden. Ze geven een gevoel van herkenning en genegenheid. Het werk is levendig en met gevoel voor humor. De structuur van de huid van de beelden is een belangrijk aspect. Door de ruwe, soms schematische benadering ontstaat het effect van een soort wollig- of pluizigheid. Hoewel het materiaal brons is, noodt het tot aanraken en aaien. Barbara de Clercq ontwerpt ook penningen en heeft in opdracht meerdere grafmonumenten gemaakt.