Dat er voor de schilderijen van de Friese kunstenaar Gert-Jan Veenstra (Workum, 1957) in binnen- en buitenland grote belangstelling bestaat, is niet verwonderlijk. Zijn werk past in de realistische traditie van de oude Hollandse meesters, die de vaderlandse schilderkunst wereldberoemd heeft gemaakt. Maar er is meer. Veenstra’s belangrijkste onderwerp is het Hollandse landschap. Een thema dat door de eeuwen heen niet alleen beeldend kunstenaars heeft geïnspireerd. ‘Wat blijft is landschap’ schreef de dichter Ad Zuiderent, en zijn collega Rutger Kopland zei er over: ‘Het landschap geeft de illusie dat de tijd stil staat, maar dat is schijn . Het is zo’n eindeloos langzame gebeurtenis dat wij hem niet kunnen beleven. Wij zijn maar kortstondige voorbijgangers. Wat mij betreft moeten dichters de tijd zichtbaar maken, en inderdaad wordt de tijd het meest zichtbaar in een poging hem stil te doen zetten.’
Op zijn doeken zet Gert-Jan Veenstra de tijd stil. Toont hij ons landschappen en stadsgezichten die er waren voor wij kwamen, en die er na ons, hopelijk, nog heel lang zullen zijn. Toch zijn Veenstra’s met verbazingwekkend vakmanschap gemaakte schilderijen bepaald geen ‘geschilderde foto’s’. Veelal tonen ze taferelen die we met eigen ogen zouden kunnen gaan zien, maar nooit zou wat we zagen overeenkomen met een schilderij van Veenstra. De kunstenaar interpreteert de werkelijkheid. Een realistische interpretatie, zeker, maar geen copie ervan. De sfeer die hij op onnavolgbare wijze weet te scheppen, is onmiskenbaar zijn sfeer. Zijn werk, hoe realistisch ook, is herkenbaar het zijne.
Wat is het wat Veenstra’s werk zo geliefd maakt? De weemoed die veel van zijn doeken oproepen? Het verlangen naar de arcadische stilte die de kunstenaar welhaast zichtbaar weet te maken?Iets anders? De vraag laat zich natuurlijk niet beantwoorden. Veenstra’s werk – hoe toegankelijk ook – geeft zijn geheim niet prijs. Zoals ware kunst zijn geheim nooit prijsgeeft.
Tekst: Kees Spiering