Van Galen houdt zich sinds 2000 bezig met het thema ‘Buitenruimte’:
Ik schilder verstilde vergezichten in gestapelde, horizontale banen. Kleur, licht en diepte geven de landschappen, bijvoorbeeld een polderlandschap of een kustlijn, hun eigen karakter en sfeer.
Een thema in mijn schilderijen is nooit van korte duur. Hierin hou ik mij strikt vast aan een aantal uitgangspunten. Elk schilderij start ik – binnen de mij gestelde beperkingen- zo vrij als mogelijk is.
Hoewel de werken wel degelijk refereren aan landschappen, prefereer ik de naam Buitenruimte. De schilderijen zijn niet geschilderd naar voorbeelden of naar de waarneming. Alle buitenruimten zijn imaginair. Alle beelden die nu – en ooit – zijn waargenomen in de buitenruimte worden in het hoofd opgeslagen en deels weer vergeten. Voor mij als schilder is het interessant hoe ongrijpbaar geworden beelden vanuit het geheugen langzaam weer vanuit vele lagen verf een vaste vorm krijgen. Een hernieuwde kennismaking met de buitenruimte.
De visuele herinnering van een moment is zelden scherp, duidelijk of concreet. Mijn herinneringsbeeld bestaat uit talloze transparante momenten. Over elkaar heen gelegd. Uit deze brij destilleer ik een nieuwe buitenruimte. In meer of mindere mate benoembaar en herkenbaar.
Een nieuwe buitenruimte? Of bestond deze al. Een mogelijk (op)nieuw geziene werkelijkheid. Of is het nu de wereld in mijn hoofd geworden.